Eén van de mooie beelden uit mijn vroege jeugd is het moment waarop mijn vader me met zijn krachtige handen in één zwaai op zijn schouders tilde. In mijn studietijd hoorde ik in de in Amsterdam het Lied aan het licht, van Huub Oosterhuis. Bij het horen van het tweede couplet kwam dat vroegere beeld van mijn vader weer terug: het licht geeft me steun: als een stevige schouder. Het licht is niet alleen een vader, het is ook het kind in mij. Daarboven op die schouder keek ik mijn ogen uit. Want je gedragen weten is misschien wel de mooiste ervaring die je als mens kan opdoen. Want daar kan ik zien wat ik, aldus Oosterhuis, met mijn eigen ogen vaak niet helder zie: ‘een plek waar mensen waardig mogen leven’, waar vrede is, voor ieder mens, opdat ik met twee benen in de werkelijkheid mag blijven staan. In het lied van Oosterhuis zing je jezelf naar het licht toe, je zingt jezelf moed in. Het is een lied voor onderweg. Een lichtpuntje.

Tags:
Categorieën:
Reacties zijn gesloten